• Na de crisis die begon in 1929, sluit Gerard de familie N.V. in 1935, maar behoudt hij zijn handels- en productierechten en richt hij zich met zijn vrijwel direct nieuw opgerichte Technisch Handelsbureau G. van Reekum weer op de CV-sector;
• Via dit agentschap weet hij kort na zijn doorstart in 1935 een aantal belangrijke vertegenwoordigingen te verkrijgen van Duitse fabrikanten van stalen buizen en non-ferrometalen halffabrikaten. Daarnaast verkoopt Gerard cv-ketels en handelt het Technisch Handelsbureau van G. van Reekum in buizen en hulpstukken, zoals fittingen en nippels om waterleidingen aan te sluiten, evenals diverse grondboorgereedschappen voor de watervoorziening. In die tijd waren veel huizen nog niet aangesloten op de waterleiding en moesten loodgieters putten boren om er water uit te halen;
• Halverwege de jaren dertig begon hij ook met de productie van zijn eigen gietijzeren verwarmingsketels. Ketels die later de merknaam REMEHA kregen, afgeleid van ‘REekum’s MEtaalHAndel’ en die Nederland zouden veroveren;
• Rond 1939 ontwikkelt hij een compleet ketelprogramma voor olie, gas en vaste brandstoffen, dat hoog aangeschreven staat. En als de Rijksgebouwendienst zijn vaste klant wordt en Nederlandse ingenieurs Remeha-ketels in hun specificaties specificeren, is het tijd voor een nieuwe, modern uitgeruste fabriek met spoor- en wateraansluitingen;
• Hij koopt hiervoor in 1940 de bouwgrond. Het is de Tweede Wereldoorlog die roet in het eten gooide. De Duitse oorlogsindustrie eist de volledige capaciteit van de metaalfabrieken op, waardoor de productie van Gerards ketels stil komt te liggen;
• In 1944 kunnen de panden aan Kanaal Zuid 10 door Gerard van Reekum in gebruik worden genomen en begon het bedrijf – net als veel andere metaalbedrijven – met de productie van kleine kachels en allesbranders, waar in het laatste oorlogsjaar veel vraag naar was.

Na de bevrijding in mei 1945 begon de wederopbouw van het land in volle gang. Er is nauwelijks geld meer en Remeha moet van de grond af opnieuw worden opgebouwd. Ze willen nu ook een eigen ijzergieterij hebben, maar het kapitaal daarvoor zal eerst verdiend moeten worden. In Nederland, dat zich herstelt, is er na jaren van stagnatie, vernieling en plundering een grote vraag naar opslagtanks en apparatuur voor de chemische industrie. De Van Reekums spelen hierop in en gaan dergelijke kapitaalgoederen bouwen. Zo worden er allerlei machines gemaakt voor de Limburgse kolenmijnen, terwijl de handelsafdeling weer opbloeit onder leiding van Anton van Reekum.

Binnen twee jaar, in 1948, resulteerde dit in de realisatie van de ijzergieterij en kon een complete productielijn voor CV-ketels in CV-toepassingen worden opgezet. Op 13 november zal het eerste gieten plaatsvinden. Aanvankelijk waren dit ketels voor vaste brandstoffen (zoals cokes).

Met de bescheiden financiële reserves slaagt het bedrijf er nauwelijks in het hoofd boven water te houden. Het bedrijf zal zeker tot 1953 moeilijke jaren doormaken. Vooral door onervarenheid met de nieuwe productieprocessen mislukt ruim de helft van de productie en raakt Gerards financiële reserve langzamerhand op. Hij laat zijn klanten zelfs vooraf betalen, omdat hij anders geen enkele kans heeft zijn industriële activiteiten te financieren.

De Industrie en Handelsvennootschap van G. van Reekum wordt in 1952 gesplitst in twee afzonderlijke bedrijven:

• de handelsonderneming, die op 1 juli 1952 werd voortgezet door Gerards oudste zoon Anton onder de naam Van Reekum Metalen C.V., en
• de CV-ketelfabriek, die wordt geleid door zoon Andries. In 1954 krijgt de fabriek de naam “REMEHA Fabrieken N.V.”.

Als Gerard op 7 maart 1955 op 70-jarige leeftijd overlijd, laat hij dus twee bedrijven achter. Helaas voor Gerard zouden beide bedrijven pas na zijn overlijden nationale en internationale bekendheid verwerven.

Hoewel Remeha Fabrieken aanvankelijk ook in materialen handelde, zou het bedrijf onder leiding van Andries in de tweede helft van de jaren vijftig grote successen boeken, vooral als producent van oliegestookte CV-ketels. Na 1955 verminderde de olieverbranding en werden er ook ketels voor stadsgas ontwikkeld.

Remeha 1944 - nieuwe machinefabriek aan Kanaal Zuid 10 in Apeldoorn.

REMEHA personeel 1968

REMEHA 1975

Andries leidt het bedrijf met dezelfde energie die zo kenmerkend is als van zijn vader en vele ooms, en het siert hem dat het bedrijf klaar is als in 1959 de aardgasvoorraden van Slochteren worden ontdekt en later geëxploiteerd. In de jaren die volgen worden voor die brandstof complete verwarmingstoestellen ontwikkeld. Remeha maakt volop gebruik van de mogelijkheden, en de voordelige aardgasgestookte ketels uit Apeldoorn veroveren de Nederlandse en Europese markt.

Twintig jaar later zijn de ketels zelfs in Amerika te vinden, maar Remeha heeft te maken met een nieuwe uitdaging: de energiecrisis van begin jaren zeventig. Aardgas is niet meer zo goedkoop als brandstof als vroeger.

Gedreven door de aandacht voor brandstofbesparing ontwikkelt Remeha samen met Gasunie, (het overheidsbedrijf van het gasnetwerk)  de zuinige Hoog Rendement Ketels. Vanaf dat moment mag Remeha zich Nederlands belangrijkste fabrikant van cv-ketels noemen.

Remeha - Kanaal Zuid - 1966

Remeha - Kanaal Zuid - 2011

Remeha - Kanaal Zuid - 2022

Locatie De Heus - 1982

Locatie De Heus - 2021

Locatie De Heus 2024 - nieuwbouw

Met de sloop van de ijzergieterij beschikte Remeha over voldoende ruimte om ook de vestiging aan de Vlijtseweg, waar CV-ketels werden gemonteerd (locatie: voormalige koperpletterij “De Heus” die in 1982 werd overgenomen) over te brengen naar Kanaal Zuid. Dit past in de plannen van de gemeente, die woningen wil bouwen aan de Vlijtseweg, als onderdeel van de herstructurering van de Kanaalzone. Op de locatie aan de Marchantstraat / Kanaal Zuid zijn de ontwikkelingsafdeling en de assemblagefabriek gevestigd. Het bedrijf wordt dan niet meer geleid door een Van Reekum, want Andries van Reekum is met pensioen gegaan.     

Remeha - Kanaal Zuid - Marchantstraat

In 2004 fuseerde het Nederlandse bedrijf met de Franse verwarmingsfabrikant De Dietrich Thermique. De bedrijven vormden samen de “De Dietrich Remeha Groep”. In 2009 volgde een fusie tussen deze groep en de Britse Baxi Group, resulterend in BDR THERMEA GROUP. BDR Thermea is een multinational actief in meer dan 100 landen met ruim 6.000 medewerkers.

• 1 januari 2021: REMEHA neemt Techneco Energiesystemen BV (Energy Systems) in Delft over Techneco is marktleider in de snelgroeiende warmtepompmarkt en maakte deel uit van de BDR Thermea Group; één van de belangrijkste spelers op de Europese verwarmingsmarkt;
• Vanaf uiterlijk 1 juli 2023 start Remeha met de productie van de hybride warmtepomp “Elga Ace” op een hypermoderne productielijn in Apeldoorn. Dit gebeurt op de nieuw aangekochte locatie Lage Brink 11 – Bedrijvenpark Apeldoorn Noord;
• Als deze tweede productielocatie volledig operationeel is, dan kunnen hier jaarlijks 140.000 binnenunits voor dit warmtepompsysteem produceren. In mei volgend 2024, zo is de verwachting, zal Remeha gaan proefdraaien op de nieuwe productielijn;
• Ruim 2 miljoen woningen in Nederland beschikken inmiddels over een Remeha cv-ketel en ook in de utiliteitsbouw is Remeha marktleider. Momenteel ontwikkelt Remeha innovatieve en energiezuinige producten voor warmte en warm water. Door duurzame binnenklimaatoplossingen haalbaar en betaalbaar te maken wil het bedrijf een belangrijke bijdrage leveren aan een CO2-neutrale samenleving.  Met 6.500 medewerkers, waarvan circa 400 in Apeldoorn, is Remeha uitgegroeid tot een toonaangevende fabrikant in Nederland en Europa en één van de belangrijkste merken binnen BDR Thermea Groep;
• Aan de Marchantstraat waar het hoofdkantoor van een miljardenbedrijf zetelt, worden 6.400 medewerkers, verspreid over heel Europa, aangestuurd.